dinsdag 26 april 2011

Eind april.

Het weer.
De verwachting is dat de droogte nog enige tijd aanhoudt, dus let op de meeldauwbestrijding de komende tijd.


Ontwikkeling bes.
Noord-Holland kent naar alle waarschijnlijkheid een einde bloei rond Koninginnedag.
Deze week spanning vanwege de rui.
Tot op heden nog weinig rui gezien.
Klanten kunnen ook kijken op het beveiligde deel van de internetsite, onder de kop PLANT. 
Daar staat informatie omtrent de bloei in Midden-Nederland van de Rovada.
Voor inloggegevens kunt u mij een email sturen. 


Spint in frambozen en in tunnels.
Door het warme en schrale weer van de afgelopen dagen is de spint in zijn element maar de roofmijt minder.
Controleer daarom de gewassen in de tunnels en buiten op spinthaarden en hoe die zich ontwikkelen.
De buitenframbozen beginnen te bloeien indien de kap er vroeg opgegaan is.
Voer, voor de bijen er bij komen, nog een behandeling met Vertimec Gold uit.


Watergeven potten.
De afgelopen dagen liep de RV soms sterk terug.
De verdamping was hoog.
Sommige gewassen konden de verdamping niet bijbenen en moesten de huidmondjes sluiten.
Dit leidde tot verlies aan droge stofproductie en daarmee tot een geringer oogstvolume. Elke groeistagnatie in de teelt van framboos leidt tot een geringere oogst.
Bij bramen is die gevoeligheid iets minder door het langere groeiseizoen.
Het controleren van de watergift is dus een zeer belangrijke factor in de teelt.
Zorg ervoor dat de potten om 12 uur volgedruppeld zijn en dan al enige drain gegeven hebben.
Controleer op dagen met een sterke verdamping tevens rond 17 uur.


Rupsen in kleinfruit.
Na de warme dagen van de laatste weken zullen de ontwikkelingen bij insecten en mijten ook sneller gaan.
Rupsen van vlinders vormen de laatste jaren een toenemend probleem in de bessenteelt. Wellicht heeft dit te maken met de toepassing van insecticiden tegen dopluizen en andere insecten.
Wellicht is het ook een gevolg van het warmere klimaat.
Feit is dat rupsen in de oogst bij veel telers voor uitwerpselen en vraat zorgen en daarmee schade kunnen veroorzaken.
Er zijn meerdere vlinders,veelal bladrollers, bij dit probleem betrokken.
Bij een ernstige aantasting kan in het voorjaar ook veel blad weggevreten worden.
Natuurlijke vijanden zijn sluipwespen en mezen.
Controleer uw gewas op het voorkomen van kleine rupsen.
Doe dit tweemaal per week.
Spuit met XenTari,  zodra de temperaturen boven 15ºC komen.
Nog beter is 20ºC
Gebruik 0,1 % in 1000 liter water per hectare.
De werking van een bespuiting is gesteld op 10 dagen.
Ga dan opnieuw controleren of er nog jonge rupsen gevonden worden en herhaal indien nodig de bespuiting.
Pas op: het middel werkt het best op jonge rupsen.
Bij een zeer hoge druk kan eventueel nog een derde bespuiting ingezet worden.
De veiligheidstermijn is 7 dagen.
Bij een lage aantasting is mijn advies: niet te spuiten.


Bladwespen in kleinfruit.
Bastaardrupsen worden soms verward met gewone rupsen.
In de bessen komen nu bijvoorbeeld groene rupsen voor.
Dit is de kleine bessenbladwesp.
Deze rupsen hebben een hekel aan bitterzout.
De grote bessenbladwesp kan niet tegen Pirimor.
Ook de bramenbladwesp is gevoelig voor Pirimor.


Wantsen.
In de teelt van bramen, frambozen en bessen wordt in de regel niets gedaan tegen wantsen.
Alleen in de opkweekfase, als er nog geen vruchten geoogst worden, kan de wants een behoorlijke groeiremming veroorzaken.
Wellicht kan in deze teeltfase het in de boomkwekerij toegelaten middel Botanigard worden gebruikt.
Dit middel is vriendelijk voor de in opbouw zijnde populaties natuurlijke vijanden.
Helaas is dit middel niet toegestaan in de teelt van houtig kleinfruit.


Bemesting bij droogte.
Evenals vorig jaar ligt de stikstof bemesting vaak nog net zo op de zwartstrook als enige weken geleden.
Na de zetting nog even voorzichtig zijn met bemesten in verband met de rui, maar na 1 mei dient de bessenstruik te groeien om voor volgend jaar weer voldoende nieuwe sterke scheuten te maken.
Bovendien wordt door de sterke groei de besgroei geremd, hetgeen over het algemeen de bewaarkwaliteit ten goede komt.
Indien de zwartstrook niet beregend kan worden, dan dient men te fertigeren met bijvoorbeeld calciumnitraat afgewisseld met magnesiumnitraat en een mengmeststof als AGROLUTION 313, in een gift van 3-5 kg zuivere stikstof per hectare per week, totdat de bovengrond weer vochtig genoeg is om weer de nodige voeding op te nemen.
Klanten kunnen een schema van de internetsite halen, nadat ze een toegangscode hebben ontvangen.
Voor de toegangscode kunt u mij een email sturen.
Indien er op basis van EC gedruppeld wordt is het van belang de totale hoeveelheid N, die men per week daadwerkelijk aan een hectare geeft, duidelijk te krijgen.
Doet men dit niet, dan kan het gemakkelijk zo zijn dat men ongemerkt te veel N geeft, met mogelijk gevolgen voor de spint, meeldauw en ziektebestrijding.

Wolluis.
Blijf uw gewas controleren op het voorkomen van wolluis.
Probeer bij voorkeur een plakmiddel als ER2 uit om de populatie in te dammen.
Kijk wat er gebeurt.



vrijdag 22 april 2011

Na de bloei.

Het weer.
Het huidige weer is iets te warm voor een optimale zetting van de Rovada.
Vroege gebieden zullen weinig problemen met rui ondervinden, maar in de streken waar de onderste bloemen nu nog open moeten gaan, is de kans op rui groter.
Gelukkig hebben we te maken met over het algemeen wat kleinere trossen, dat maakt de kans op rui weer kleiner.
Ook de volop aanwezige zon maakt de kans op rui weer kleiner.
Kortom we zullen het moeten afwachten.

Vochtigheid.
Vooral na de zetting is een constante vochtigheid van de bodem van groot belang voor de opname van mineralen.
Zorg daarom voor een vochtige bodem en bedek de zwartstrook eventueel met een mulchlaag.
Controleer de bodemvochtigheid nabij de wortels.


Calcium.
Vooral na de zetting is de Calciumopname van zeer groot belang.
Ook vorig jaar hebben we daarmee te maken gehad, maar ik heb de indruk dat dit jaar droger is.
Calciumgebrek kan in vruchten optreden, omdat Calcium immobiel in de plant is.
Zolang de vrucht verdampt kan er Calcium via de wortels bij de vrucht komen.
Of er voldoende Calcium in de vrucht komt, is afhankelijk van de concentratie in de bodem.
De vrucht die groeit dient een constante stroom aan Calcium te ontvangen, daarom is het behoud van een juiste vochtigheid van groot belang onder de huidige weersomstandigheden.
De Calcium wordt in de celwanden ingebouwd en zorgt voor sterke cellen.
Onvoldoende Calcium doet de cel sneller inzakken en maakt de cel gevoeliger voor bijvoorbeeld meeldauw en botrytis in de roodfase.

Teeltomstandigheden welke invloed hebben op de opname van Calcium:

- Bodemvochtigheid.
Calcium wordt opgenomen in de waterstroom van de wortels naar de bladeren.
Omdat de bladeren harder verdampen dan de vruchten, komt er automatisch meer Calcium in de bladeren.
Wanneer de planten leiden onder droogte-stress komt er in totaal minder Calcium mee van uit de grond en gaat er dus nog minder naar de vruchten.
Vruchten hebben meer Calcium nodig dan bladeren.

- Gering wortelstelsel.
Des te kleiner het wortelstelsel is, des te hoger dient de mineralenconcentratie te zijn om voldoende te kunnen opnemen.
Uiteraard geeft een te hoge zoutconcentratie in de bodem een kans op wortelverbranding en dan wordt er niets meer opgenomen.

- Verhouding tussen de mineralen.
In de grond bevinden zich positief geladen deeltjes: de kationen, en negatief geladen deeltjes: de anionen.
Ammonium, Calcium, Magnesium en Kalium zijn positief geladen.
Deze deeltjes concurreren met elkaar bij de opname in de plant.
In volgorde van gemakkelijk opneembaar naar moeilijk opneembaar komt Ammonium voorop, gevolgd door Kalium,vervolgens Magnesium en dan als laatste Calcium.
Dus op gronden met een hoog gehalte aan Ammonium en Kalium komt de opname van Calcium in de problemen.
Dit zagen we vorig jaar ook enigszins terug in de analyses.
Kalium dient 3-5 % van de kationen te zijn, Magnesium 12-15 % en Calcium 60-85%.
Komt de Kalium boven de 5%, dan dient men Calcium en Magnesium extra toe te dienen.
Deze gegevens komen boven tafel met een bodemonderzoek van BLGG.
Omdat op de zandgronden veel gebruik wordt gemaakt van ammoniumhoudende stikstof meststoffen kan dat een negatieve invloed hebben op de calciumopname.
Mijn voorkeur gaat uit naar Calciumnitraat, Magnesiumnitraat op zeeklei of KAS in situatie van overmaat aan Kalium en Ammonium.

InCa.
Dit is een nieuwe Calcium meststof die tevens Zink bevat.
Naar verluidt wordt de Calcium via deze bladmeststof tot 50 maal beter opgenomen dan de oude calciumbladmeststoffen.
Omdat de vruchten een constante aanvoer van Calcium nodig hebben is een regelmatige toepassing van dit product nodig.
Vruchten met veel zaden trekken meer Calcium naar zich toe, omdat de zaden auxinen produceren.
InCa verhoogt, door auxinen te introduceren, de natuurlijke opname van Calcium uit de bodem naar de vruchten.
Vooral in de periode van sterke vegetatieve groei is de zuigende werking van de groeipunten sterk en de noodzaak tot toediening van extra Calcium op gronden met een hoog kaligehalte groot.
De toepasssing in andere gewassen betreft 3 behandelingen met 1,5 liter per hectare.
Hoewel de resultaten in andere gewassen hoopgevend zijn, dient voor de teelt van bewaarbessen een vergelijkend onderzoek plaats te vinden.
Dat wil zeggen dat we een perceel voor de helft bespuiten met InCa en voor de helft niet. Telers die hiervoor belangstelling hebben kunnen zich met mij in verbinding stellen.
Dit dient, gezien de snelle bloei, echter op korte termijn te gebeuren.
Liefst voor woensdag na Pasen.


Magnesium.
In de periode van sterke groei wordt er vaak te weinig Magnesium opgenomen door de plant met lichte bladverkleuringen tussen de nerven als gevolg.
Magnesium-bladvoeding in de vorm van bitterzout kan een bijdrage leveren aan de magnesiumvoorziening van de bladeren in de periode van sterke groei, welke er nu aan komt.
Gebruik de komende weken bij elke spuitbeurt ongeveer 7,5 kg bitterzout per hectare.
Rijd niet bij scherp zonnig weer.

Mangaan.
Indien de pH van de grond meer dan 6,5 bedraagt, kent de plant soms in tijden van veel groei een tekort aan sporenelementen in het bijzonder Mangaan.
Dit kan gemakkelijk via bladvoeding worden opgelost.
Voeg bij elke bespuiting in de periode vanaf einde bloei tot het stoppen van de vegetatieve groei, een halve liter tot een liter per hectare toe.
Mangaannitraat is een veilig product, maar ook andere Mangaan-bladvoedingsproducten  kunnen worden gebruikt.
Er bestaat tevens een bitterzout met Mangaan en Borium, EPSO microtop.
Ook van de TopTrace bladmeststoffen bestaat een combi van Calcium en Magnesium.


Luizen.
Met het warme weer is de insectenontwikkeling ook verder gegaan.
Spuit alleen met insecticiden als het echt niet anders kan, de sluipwespen zijn namelijk nu ook zeer aktief op de dopluizen en de wolluizen.
ER2 is wellicht voor sommige telers een alternatief.
Indien ingrijpen nu nodig is, dan bij warm weer Pirimor inzetten.

Schimmels.
Nu de bloei ten einde is of bijna ten einde is, dient de strategie van de fungiciden bespuitingen zich te wijzigen.
Nu 3 maal wekelijks tegen de meeldauw Exact.
Daarnaast bij regen, voor de bui, Captan, Switch of Rovral.
Herhaal een bespuiting voor een bui, nadat er in totaal, na de eerste bespuiting, 25 mm regen is gevallen.
Valt die regen niet, dan na 3 weken opnieuw een beschermlaag aanbrengen.

Indien er vroeg overkapt gaat worden, rekening houden met de middelen van BayerCropscience, die niet onder de kap toegepast mogen worden en met de middelen Captan en Pirimor, vanwege hun persistentie onder kappen als er geen regen meer opkomt om af te spoelen.

dinsdag 19 april 2011

Wanneer eindigt de bloei bij Rovada?

De bloei van de Rovada verloopt voorspoedig.
De troslengte is op sommige bedrijven beperkt, zodat het einde van de bloei in zicht komt.
Er zit vaak wel een verschil in troslengte tussen het dikkere en het dunnere zijhout, maar ook tussen de koptakken en het lager geplaatste zijhout.
Om een indruk te krijgen hoe het landelijk in elkaar steekt, wil ik een ieder weer vragen onderstaande formulier in te vullen en te versturen.

maandag 18 april 2011

Super bloeiweer.

Het weer.
Met maximum temperaturen tussen 15 en 20 ºC en minimum temperaturen tussen 1 en 6 ºC, met elke dag veel licht, kunnen we spreken van prima bloeiweer.
De bijen vliegen over het algemeen prima.
Regen wordt bijna niet verwacht.
De RV varieert de komende dagen tussen 40 en 55%.
Kortom: meer meeldauw-weer dan vruchtrot-weer.

Bramen en frambozen.
Opschonen van de onderste 50 cm bij braam en framboos kan nu met dit droge weer prima worden uitgevoerd.

Bramen in tunnels.
In tunnels en koude kassen is er, indien er onvoldoende gelucht wordt, een grotere kans op valse meeldauw.
De toepassing van Paraat zal niet in alle gevallen kunnen voorkomen dat de symptomen van valse meeldauw op het blad zichtbaar worden.
De toepassing van de bladmeststof magnesiumfosfiet kan een uitbreiding van de valse meeldauw, en het overslaan op de vrucht, voorkomen.
Op de meeste gronden met een hoge pH wordt magnesium slecht opgenomen.
Daarom is, zeker in de aanloop naar de bloei, deze toepassing aan te bevelen met een positief neveneffect op de aantasting van valse meeldauw.

Op de website staat meer informatie over fosfiet meststoffen.


Galmuggen bij braam en framboos.
De frambozen schorsgalmug is weer gesignaleerd.
Speciaal bij zomerframbozen.
Maar ook herfstframbozen hebben te leiden van de aktiviteiten van de rode larven. Aangezien er nog geen uitgekristalliseerd advies is, blijft een middel als Decis noodzakelijk.
Ook de brambladgalmug komt weer voor.
Wanneer grote problemen te verwachten zijn, kan Decis op de onderste delen van het gewas worden toegepast.
Dit dan om de volwassen muggen te doden.
Wellicht is het middel ER2 van Certis hier ook in te passen in een geïntegreerd schema.
Nadere proeven dienen uitgevoerd te worden om ervaring met dit middel in houtig kleinfruit op te doen.
Dit middel mag worden toegepast in alle houtig kleinfruit.
Het is een formulering met een soort suiker, waardoor de getroffen insecten en mijten met de vleugels aan elkaar kleven ofwel imploderen (vochtonttrekking).



Controleren van bodemvochtigheid.
Gezien de aanhoudende droge omstandigheden is het belangrijk de controle van de vochtigheid rond de actieve wortels te intensiveren.
Dit kan met een spa.
Een andere manier van controleren is het plaatsen van watermark-sensoren die in de bodem bij de wortel zijn geplaatst.
Controleer of de bovenzijde van de watermarkbuis is afgedicht.
Vervang indien nodig de batterijen.



Open dag Köln-Auweiler.
Op 28 april 2011 vindt er een "open dag" plaats op de proeftuin Keulen-Auweiler.
Tunnelteelten aardbei en houtig kleinfruit komen aan de orde.
Nadere informatie en aanmelding via onderstaande link.

woensdag 13 april 2011

Vocht en vorst in de bloei.

Nachtvorst.
Niets is veranderlijker dan het weer in Nederland.
Vanwege nachtvorstkansen is het vochtig maken van de bovenlaag van de grond een goede methode om twee vliegen in een klap te slaan.
De regenval is namelijk overal tegengevallen en vooral de droge zandgronden beginnen hier en daar droog te worden. In de bloei haalt een plant veel energie uit zijn voorraden, waarbij vocht een belangrijke rol speelt. 
In de bloei dient er geen vochtgebrek, maar ook geen vochtovermaat te zijn. 
Kortom beregenen overdag, om de uitstraling van de grond te bevorderen, is een goede maatregel.
Op zandgronden dient het vochtniveau rond de -20 kPa zuigspanning te zijn, en op klei  rond de -30.




Luizen.
Op sommige bedrijven komen luizen voor. 
Het betreft de bloedblaarluis, de kleine bessenluis en de melkdistelluis. 
Bij een beperkt voorkomen adviseer ik geen behandeling.
Bij een regelmatig voorkomen, behandelen als de omstandigheden gunstig zijn.
Dat wil zeggen: temperaturen boven de 15 ºC overdag en niet te koude nachten, dan Pirimor inzetten. 
Het gewas dient goed geraakt te worden, vooral omdat sommige luizen zich verschuilen in inkrullend blad.

maandag 11 april 2011

Ander weer.

Weersvooruitzichten.
Na dinsdag gaan we over op een wisselvalliger weertype in de komende 14 dagen, met een grotere neerslagkans, lagere verdamping, een lagere maximum temperatuur en hogere minimum temperaturen.
De nachtvorst kans is miniem.

Gevolgen voor de gewasbescherming.
De kansen voor vruchtrot en meeldauw nemen toe.
Vruchtrot echter meer dan meeldauw.
Vooral met gewassen in de bloei.
Het schema dus niet aanpassen.
Bij veel wind spuiten betekent dan nu wel: door elke rij rijden, anders is de kans op een onvolledige bedekking te groot.
Kijk daar zelf kritisch naar.
Voor de toepassing van Basta geldt dat er een periode van minimaal 6 uur droog weer nodig is na de toepassing.

Gevolgen voor de zetting.
Doordat er meer bewolking is neemt de totale hoeveelheid licht af, die ter beschikking staat van de bladeren.
Doordat het aantal groeigraaduren niet afneemt, vermindert de hoeveelheid beschikbaar licht - lees: energie per groeihoeveelheid.
Omdat bessen in het begin van de bloei voornamelijk van de reserves gebruik maken is de invloed van deze bewolking pas van belang in de latere fase in de bloei.

Tevens wordt de vochtsituatie in de bodem beter waardoor dat de groei en ontwikkeling niet meer zal belemmeren.
Ook de meststoffen zullen daardoor beschikbaar komen voor de nieuwe wortels.
Pas als in deze situatie de temperaturen te hoog worden, gaan de vegetatieve groeipunten meer energie vragen hetgeen ten koste gaat van de totale hoeveelheid die voor de bloemen beschikbaar komt.
Dit kan tot rui leiden, in combinatie met de lagere lichthoeveelheden.
Dus als de temperaturen na deze twee weken tot in de 20 graden gaan stijgen en het blijft bewolkt, is er een grote kans op rui.

Door de lagere lichthoeveelheden en de minder gunstige vliegomstandigheden voor bijen, is de inzet van hommelvolken te overwegen voor de bessen voor de lange bewaring.
Niet voor bessen voor de directe afzet.


Wat is het effect van nu al overkappen?
Temperaturen worden iets hoger onder de kap.
Groei en ontwikkeling worden gestimuleerd.
Einde van de bloei is dan sneller bereikt.
Minder kans op vruchtrot, iets meer kans op meeldauw.
Bijen vliegen beter.
Alleen interessant bij laag blijvende temperaturen in de bloei.
Dus als de temperaturen stijgen, moet de kap weer omhoog.
Meer kans op schade door wind.
Voor grote bedrijven kan het interessant zijn in het kader van spreiding van risico's.

Bramen.
Indien u een behandeling tegen de bramengalmijt overweegt,  om rode vruchtziekte tegen te gaan, is het uitvoeren van de bespuiting van een aantal zaken afhankelijk.
De zwavel werkt het best rond 20 ºC.
Sterke regen spoelt de zwavel voor een deel af.
Toepassing na een periode van bewolkt weer verhoogt de kans op bladschade door het dan ontbreken van een sterke waslaag op het blad.
Maandagmiddag is dan ook de beste tijd om die bespuiting uit te voeren.
Bedenk echter dat Vertimec tot aan de bloei ingezet kan worden.
Eenmaal inzetten van Vertimec is echter onvoldoende gebleken, daarom is het advies daaromtrent gewijzigd in meerdere toepassingen.

Bramen en frambozen.
De ontwikkeling van deze gewassen is in april gebaat bij hoge temperaturen.
De bloemstengels groeien dan beter uit en geven later grotere vruchten.
Gezien de weersvooruitzichten is overkappen aan te raden.
Houd daarbij wel de vochtvoorziening van de wortels in de gaten.
Pas tevens de aard van de bemesting aan, dus met de druppelleiding in plaats van strooien.
Bescherm uw stengels voor het wisselvallige weer tegen de altijd aanwezige schimmels door preventieve bespuitingen.
Bodemschimmels: Paraat toepassen.
Stengelziekten: diverse schimmels, weinig middelen effectief, Switch wellicht de beste keus.
Daarnaast het gewas op bodemniveau open houden, zodat de wind erdoor kan waaien.

maandag 4 april 2011

Ontwikkelingen bloei Rovada.

Ontwikkeling bloei Rovada.
Volgens de groeigraaduren-berekening zou de bloei in Zuid-Nederland rond 5 april moeten beginnen op het eenjarige hout. Noord-Limburg, Utrecht, Betuwe en Brabant liggen ongeveer 3 a 4 dagen achter en Noord-Holland loopt nog 9-10 achter op Zuid-Limburg.
Op basis van de huidige gegevens lijkt de 3400 grens vanaf 1 maart als zijnde het aantal groeigraaduren tot aan begin bloei op het eenjarige hout redelijk te kloppen.
Om meer gegevens te krijgen heb ik een formulier gemaakt waarop heel eenvoudig de start van de bloei kan worden geregistreerd.
Mijn vraag is heel eenvoudig, wilt u de dag dat de eerste bloemen open gaan op het eenjarige hout invullen en vervolgens op versturen drukken.

Registratieformulier:
https://spreadsheets.google.com/viewform?hl=nl&formkey=dDNUam9IcVJyU0s2czFTQ29Wc2dQV1E6MQ#gid=0

Bij voorbaat dank.

vrijdag 1 april 2011

Bloeiperiode bessen.

Opslagbeheersing bessen.
Volgende week de eerste bespuiting uitvoeren met Basta in een 1% concentratie.
De scheuten zijn nu ongeveer 5 cm hoog en zullen gezien de temperaturen nu snel doorgroeien.
Spuit met een kleine druppel en kies rustig weer.
Spuit bij voorkeur schuin van boven op de scheuten.
Vanaf 1 zijde is voldoende.
Het duurt dan een aantal dagen voordat er iets aan de scheuten te zien is.
Wellicht dient u, voor dat u resultaat ziet, al weer tegen de volgende serie scheuten spuiten.
De volgende bespuitingen kunnen met 0,5 % worden uitgevoerd.
Gebruik ieder goed moment om de opslag kort te houden. Want wat eenmaal te hoog is gegroeid, blijft staan en dient later afgeknipt te worden.

Hiernaast enige foto's van wat er de voorgaande jaren is gebeurd op de meeste bedrijven.
Zeker weten doen we het niet maar het zou kunnen dat dit te maken heeft met de toepassing van Basta met teveel water op een te droge grond.
Gebruik dus een fijne druppel en rijd bij weinig wind en spuit op een droog gewas.

Zinkgebrek.
Komt bij ons niet veel voor.
Als het al voor komt, dan meestal op arme zandgronden, met een hoog fosfaatgehalte.
Ook kan zinktekort voorkomen op gronden met een zeer hoog organische stof gehalte.
De binding aan de organische stof is dan de bepalende faktor.
Zink speelt een rol in de aanmaak van auxine in de groeipunten.
Zink is weinig mobiel in de plant.
Symptomen zijn: verkaling in de zomer, korte internodien, groeiremming, onregelmatige chlorotische vlekken op de bladeren, die bros worden door zetmeelophoping.
In  grootfruit wordt zink op het kale hout gespoten, en op die wijze komt het dan op de gehele plant.
In de loop van het groeiseizoen wordt via verschillende bladvoedingsmiddelen, waar ook zink in zit, de nieuwe groei van zink voorzien.
Indien er een vermoeden is van zinkgebrek, dan nu een bespuiting op het kale hout uitvoeren met een zinkhoudende bladvoeding.
In de overige situaties niets ondernemen.
Of er sprake is van een zinktekort is het beste waar te nemen via een bladanalyse na de oogst.

Kopergebrek.
Een soortgelijk verhaal geldt voor koper.
Koper is ook weinig mobiel in de plant.

In situaties van een zeer hoog fosfaatgehalte en of een zeer hoog organische stof gehalte is het zeker aan te bevelen in de groeiperiode regelmatig de weinig mobiele sporen als koper, zink en mangaan mee te geven via bladvoeding.
 Dit geldt dan nog in sterkere mate als de groei erg lang aanhoudt in de zomer.
Ook hier geldt een bladanalyse na de oogst als uitgangspunt van een goede besluitvorming.



Bestuiving rode bes.
In de tunnels vliegen de bijen en de hommels nu volop op de Junifer. Sommige percelen zijn al uitgebloeid.
In maart heeft de zon goed zijn werk gedaan en daardoor vlogen de bijen in de Junifer tunnels over het algemeen goed.
In de bloei buiten kunnen we de bijen vaak niet op de bessen houden, de concurrentie van de pruimen, kersen, appels en paardebloemen is te groot.
Omdat de eerste bessen toch bijna altijd door windbestuiving wel zetten, is het beter de bijen iets later in te zetten als de eerste 4-5 bloemen al gezet zijn.
Hopelijk bevatten die eerste bessen dan iets minder zaden, zodat daarmee de kans op rui van de onderste bessen aan de tros wordt beperkt.
Controleer als de kasten met bijen aankomen hoe zwaar ze zijn en hoeveel ramen met bijen er in zitten.
Indien er zwakke volken bij zijn, vraag dan om nieuwe volken.

Behandeling tweejarig hout rode bes.
Indien in de winter niets is gedaan aan het tweejarige hout op de harttak, is het nodig daar in de bloei wat aan te doen.
Daardoor vermindert de kans op rui van de gehele struik en verbetert de plukkwaliteit en de plukprestatie van de bessen aan dat hout.

Vocht.
Het heeft de afgelopen dagen ongeveer 10 mm geregend.
Toch is de grond door weinig regen in maart droog.
Houd de bodemvochtigheid de komende weken goed in de gaten.
Bessen die bloeien verdampen veel water.
Regelmatig controleren of de grond vochtig is in de bovenste 30 cm.
Te natte grond is slechter dan te droog.

Nachtvorst.
Het advies blijft: alleen overdag beregenen om de bovenlaag nat te maken.
Er is een middel in de handel, waarvan een werking wordt geclaimd.
Dit is nog niet in een voor mij controleerbare proef of voorbeeld aangetoond.
Ik raad de toepassing van deze middelen echter niet af.
Een van de middelen is FrosTect

Met FrosTect worden de kwetsbare bloemen en nieuw weefsel beschermd tegen de vorst.
Dit gebeurd door een reactie in de cellen; het niveau van mineralen wordt verhoogd waardoor de vorming van ijskristallen wordt voorkomen.
FrosTect beschermt dus van binnenuit en is residuvrij.
FrosTect geeft vorstbescherming tot  -4 graden Celcius.
Vanaf 2 dagen voor de nachtvorst wordt voorspeld spuit u 150 gram FrosTect per hectare.
De werkingsduur is 5 dagen vanaf het moment van toepassing.
Dit product wordt al enkele jaren met succes toegepast en aanbevolen door “FAST” (Fruit adviseurs) in Engeland.
Zorg dat u FrosTect tijdig in huis heeft voor mogelijk onverwachte of late nachtvorst.
Mocht er zich dit seizoen geen nachtvorst tijdens de bloeiperiode voordoen, dan kunt u het product in ongeopende verpakking ook in het volgende jaar gebruiken. 
INFO PLANT HEALTH CARE.



Gewasbescherming bloei bessen.
Bladvalziekte.
Dit is de laatste jaren door de open snoeiwijze geen probleem meer.
In ieder geval geen Delan spuiten, daar dit behoorlijk persistent in de plant is en teruggevonden wordt in monsters bij de oogst.

Vruchtrot.
Gezien het continu open gaan van de bloemen in de bloei en het feit dat we alleen preventieve middelen hebben, is het nodig, indien het weer vochtig is, met enige regelmaat te spuiten.
Advies is in het begin van de bloei bij een open gewasstructuur, om de 3 of 4 dagen met een volle dosering per 100 liter water iedere andere rij mee te nemen en de volgende keer de rijen die de vorige keer niet gespoten zijn.
Bedenk dat dit alleen goed gaat als de spuitomstandigheden gunstig zijn, dus met weinig of geen zijwind.
Ook is een goede administratie belangrijk.
Het gebruik van hulpstoffen, uitvloeiers en hechters is aan te raden in deze fase. Later in het seizoen is het beter de hechters achterwege te laten om de MRL-opbouw niet te versterken.

Tegen vruchtrot zijn toegelaten: middelen met captan als werkzame stof, Rovral, Teldor, Switch.
Switch mag 3 maal worden gebruikt, voor Teldor staat geen maximum, maar uit resistentie oogpunt ook maximaal 3 keer, Rovral mag 5 maal worden gebruikt.

Ik kies ervoor om met captan te beginnen, daar dit middel vaak moet worden benut en onder de kap soms minder snel afgebroken wordt.
Teldor wil ik met name toepassen na de bloeiperiode tot voor de overkapping, omdat dit middel niet onder de kap gebruikt kan worden en omdat het minder sterk is.
Verder wil ik alle mogelijke middelen, zowel in de bloei als in de roodverkleuringsfase, inzetten om per middel een zo laag mogelijke MRL over te houden.
Een andere reden is om de resistentievorming zoveel mogelijk tegen te gaan.

Meeldauw.
middelenkeuze: Zwavel, Exact Plus en Stroby.

Ik kies ervoor om met Exact Plus te beginnen daar dit middel curatief iets beter is, maar ook omdat het niet onder een overkapping mag worden gebruikt.
Exact Plus mag maximaal 4 maal worden ingezet.

Schema voor de bloei.
De bloei duurt naar verwachting 21 dagen voor een tros van 30 bloemen,  maar het is uiteraard afhankelijk van de weerssituatie.

Spuit de eerste twee weken van de bloei captan om de andere rij en om de 3 en 4 dagen.
Daarna overgaan op elke rij spuiten, maar tevens nog om de 3 à 4 dagen gedurende 2 weken.
De meeldauwbestrijding beginnen als de besgroei van de bovenste bessen goed op gang komt.


bloei
Middel vruchtrot
Middel meeldauw
Spuitwijze
dag1
captan

om de andere rij
dag4
captan

om de andere rij
dag7
captan

om de andere rij
dag10
captan

om de andere rij
dag13
Switch

alle rijen
dag16
Rovral
Exact Plus
alle rijen
dag19
Teldor 

alle rijen
dag22
Switch

alle rijen
dag25

Exact Plus
alle rijen
dag28
captan

alle rijen
dag31



dag34

Exact Plus
alle rijen





Na de bloei volgt de rest van het schema.

Captan is, als de kappen er eind juni overgaan, toe te passen tot half mei met een maximum, bij droog weer, van 4 maal de volledige dosering.

Dosering : captan, Rovral, Exact Plus, Teldor.
150 gram /100 ltr  bij 1000 liter per hectare snelspuiten, of wel
750 gram / 100 ltr bij nevelen met 200 ltr water per hectare ofwel
500 gram / 100 ltr bij nevelen met 300 liter per hectare.

Insecten.
Tot op heden nog geen insecten-problemen waargenomen in de praktijk.