vrijdag 22 april 2011

Na de bloei.

Het weer.
Het huidige weer is iets te warm voor een optimale zetting van de Rovada.
Vroege gebieden zullen weinig problemen met rui ondervinden, maar in de streken waar de onderste bloemen nu nog open moeten gaan, is de kans op rui groter.
Gelukkig hebben we te maken met over het algemeen wat kleinere trossen, dat maakt de kans op rui weer kleiner.
Ook de volop aanwezige zon maakt de kans op rui weer kleiner.
Kortom we zullen het moeten afwachten.

Vochtigheid.
Vooral na de zetting is een constante vochtigheid van de bodem van groot belang voor de opname van mineralen.
Zorg daarom voor een vochtige bodem en bedek de zwartstrook eventueel met een mulchlaag.
Controleer de bodemvochtigheid nabij de wortels.


Calcium.
Vooral na de zetting is de Calciumopname van zeer groot belang.
Ook vorig jaar hebben we daarmee te maken gehad, maar ik heb de indruk dat dit jaar droger is.
Calciumgebrek kan in vruchten optreden, omdat Calcium immobiel in de plant is.
Zolang de vrucht verdampt kan er Calcium via de wortels bij de vrucht komen.
Of er voldoende Calcium in de vrucht komt, is afhankelijk van de concentratie in de bodem.
De vrucht die groeit dient een constante stroom aan Calcium te ontvangen, daarom is het behoud van een juiste vochtigheid van groot belang onder de huidige weersomstandigheden.
De Calcium wordt in de celwanden ingebouwd en zorgt voor sterke cellen.
Onvoldoende Calcium doet de cel sneller inzakken en maakt de cel gevoeliger voor bijvoorbeeld meeldauw en botrytis in de roodfase.

Teeltomstandigheden welke invloed hebben op de opname van Calcium:

- Bodemvochtigheid.
Calcium wordt opgenomen in de waterstroom van de wortels naar de bladeren.
Omdat de bladeren harder verdampen dan de vruchten, komt er automatisch meer Calcium in de bladeren.
Wanneer de planten leiden onder droogte-stress komt er in totaal minder Calcium mee van uit de grond en gaat er dus nog minder naar de vruchten.
Vruchten hebben meer Calcium nodig dan bladeren.

- Gering wortelstelsel.
Des te kleiner het wortelstelsel is, des te hoger dient de mineralenconcentratie te zijn om voldoende te kunnen opnemen.
Uiteraard geeft een te hoge zoutconcentratie in de bodem een kans op wortelverbranding en dan wordt er niets meer opgenomen.

- Verhouding tussen de mineralen.
In de grond bevinden zich positief geladen deeltjes: de kationen, en negatief geladen deeltjes: de anionen.
Ammonium, Calcium, Magnesium en Kalium zijn positief geladen.
Deze deeltjes concurreren met elkaar bij de opname in de plant.
In volgorde van gemakkelijk opneembaar naar moeilijk opneembaar komt Ammonium voorop, gevolgd door Kalium,vervolgens Magnesium en dan als laatste Calcium.
Dus op gronden met een hoog gehalte aan Ammonium en Kalium komt de opname van Calcium in de problemen.
Dit zagen we vorig jaar ook enigszins terug in de analyses.
Kalium dient 3-5 % van de kationen te zijn, Magnesium 12-15 % en Calcium 60-85%.
Komt de Kalium boven de 5%, dan dient men Calcium en Magnesium extra toe te dienen.
Deze gegevens komen boven tafel met een bodemonderzoek van BLGG.
Omdat op de zandgronden veel gebruik wordt gemaakt van ammoniumhoudende stikstof meststoffen kan dat een negatieve invloed hebben op de calciumopname.
Mijn voorkeur gaat uit naar Calciumnitraat, Magnesiumnitraat op zeeklei of KAS in situatie van overmaat aan Kalium en Ammonium.

InCa.
Dit is een nieuwe Calcium meststof die tevens Zink bevat.
Naar verluidt wordt de Calcium via deze bladmeststof tot 50 maal beter opgenomen dan de oude calciumbladmeststoffen.
Omdat de vruchten een constante aanvoer van Calcium nodig hebben is een regelmatige toepassing van dit product nodig.
Vruchten met veel zaden trekken meer Calcium naar zich toe, omdat de zaden auxinen produceren.
InCa verhoogt, door auxinen te introduceren, de natuurlijke opname van Calcium uit de bodem naar de vruchten.
Vooral in de periode van sterke vegetatieve groei is de zuigende werking van de groeipunten sterk en de noodzaak tot toediening van extra Calcium op gronden met een hoog kaligehalte groot.
De toepasssing in andere gewassen betreft 3 behandelingen met 1,5 liter per hectare.
Hoewel de resultaten in andere gewassen hoopgevend zijn, dient voor de teelt van bewaarbessen een vergelijkend onderzoek plaats te vinden.
Dat wil zeggen dat we een perceel voor de helft bespuiten met InCa en voor de helft niet. Telers die hiervoor belangstelling hebben kunnen zich met mij in verbinding stellen.
Dit dient, gezien de snelle bloei, echter op korte termijn te gebeuren.
Liefst voor woensdag na Pasen.


Magnesium.
In de periode van sterke groei wordt er vaak te weinig Magnesium opgenomen door de plant met lichte bladverkleuringen tussen de nerven als gevolg.
Magnesium-bladvoeding in de vorm van bitterzout kan een bijdrage leveren aan de magnesiumvoorziening van de bladeren in de periode van sterke groei, welke er nu aan komt.
Gebruik de komende weken bij elke spuitbeurt ongeveer 7,5 kg bitterzout per hectare.
Rijd niet bij scherp zonnig weer.

Mangaan.
Indien de pH van de grond meer dan 6,5 bedraagt, kent de plant soms in tijden van veel groei een tekort aan sporenelementen in het bijzonder Mangaan.
Dit kan gemakkelijk via bladvoeding worden opgelost.
Voeg bij elke bespuiting in de periode vanaf einde bloei tot het stoppen van de vegetatieve groei, een halve liter tot een liter per hectare toe.
Mangaannitraat is een veilig product, maar ook andere Mangaan-bladvoedingsproducten  kunnen worden gebruikt.
Er bestaat tevens een bitterzout met Mangaan en Borium, EPSO microtop.
Ook van de TopTrace bladmeststoffen bestaat een combi van Calcium en Magnesium.


Luizen.
Met het warme weer is de insectenontwikkeling ook verder gegaan.
Spuit alleen met insecticiden als het echt niet anders kan, de sluipwespen zijn namelijk nu ook zeer aktief op de dopluizen en de wolluizen.
ER2 is wellicht voor sommige telers een alternatief.
Indien ingrijpen nu nodig is, dan bij warm weer Pirimor inzetten.

Schimmels.
Nu de bloei ten einde is of bijna ten einde is, dient de strategie van de fungiciden bespuitingen zich te wijzigen.
Nu 3 maal wekelijks tegen de meeldauw Exact.
Daarnaast bij regen, voor de bui, Captan, Switch of Rovral.
Herhaal een bespuiting voor een bui, nadat er in totaal, na de eerste bespuiting, 25 mm regen is gevallen.
Valt die regen niet, dan na 3 weken opnieuw een beschermlaag aanbrengen.

Indien er vroeg overkapt gaat worden, rekening houden met de middelen van BayerCropscience, die niet onder de kap toegepast mogen worden en met de middelen Captan en Pirimor, vanwege hun persistentie onder kappen als er geen regen meer opkomt om af te spoelen.