zaterdag 7 mei 2011

Mei 1.

Rui Rovada.
Deze is nog niet volledig ten einde.
Er kunnen de komende weken nog steeds vrij grote korrels wegvallen.
Over het algemeen lijkt het met de rui bij bessen mee te vallen.
Bij een klein aantal percelen is de zetting minder goed geweest.
Bij de meeste percelen vallen er verdeeld over de tros een paar korrels weg.
Gezien de weersomstandigheden met zeer lage RV in en na de bloei is dat een meevaller. De RV speelt kennelijk toch niet die grote rol die er aan wordt toegeschreven.

Controle op droogte.
Doordat de bladhoeveelheid nu sterk gaat toenemen neemt ook de verdamping van de struik sterk toe.
Daardoor gaat de vochtonttrekking rond de wortels nu sterk stijgen.
Zonder extra water geven zal de plant de groei afsluiten en niet meer beginnen.
Nu is controle of de wijze van water geven goed is erg belangrijk.
Graaf daartoe in de grond bij de wortels en controleer de vochtigheid rond de actieve wortels.
Doe dit minstens elke week omdat de plant nu snel in bladvolume toeneemt.
Hoe groter het wortelvolume is wat nu door de plant bereikt kan worden, des te beter de groei en ontwikkeling zal zijn.
Indien de mogelijkheid van beregenen bestaat, die zeker gebruiken.

Een jong gewas verdampt niet veel en dient vaker met een kleinere hoeveelheid te worden bevochtigd.
Ook hier is controle nodig omdat het gevaar van te nat bestaat waardoor zuurstofgebrek kan optreden bij de wortels.

Groei en bemesting.
In veel gevallen ligt de bemesting nog op de zwartstrook.
Toch is het van belang juist nu de vegetatieve groei te stimuleren.
In het algemeen luidt dan ook het advies nu de overbemesting met een stikstofmeststof bijvoorbeeld 40 kg KAS uit te voeren.
Tegelijkertijd echter ook de fertigatie met een mengmeststof met 2,5 tot 5 kg zuivere stikstof per hectare per week verdeeld over minimaal 2 beurten per week in te zetten.
Dit kan een Kristalon, Agrolution of dergelijke meststof zijn.
Indien het gaat regenen en de KAS kan worden opgenomen, en de bodem kan weer worden gebruikt, dan stopt de fertigatie.
Valt er geen regen van betekenis dan doorgaan met de fertigatie.

Gewasverzorging Rovada.
Het opschonen van de onderste 50 cm en toppen bij veel groei is gebeurd.
Indien de groei beperkt is, is toppen van de verlengenissen nu niet zinvol meer.
Bij veel groei nog wel.
Onder in de struiken zien we nu grote zijtakken ontstaan.
Bij veel groei is het van belang dat de onderkant van de haag open blijft.
Daar dus zomersnoeien.
Buigen van te steil groeiend hout is alleen bij te weinig vegetatieve groei nuttig.
Bij veel groei steil hout wegnemen.
Door het schrale weer en de droogte is de kans op het ontstaan van te dun en te kort zijhout voor volgend jaar groot.
Kijk daar dus kritisch naar en neem maatregelen.

Gewasbescherming.
De afgelopen weken is de luizenpopulatie sterk gestegen.
Overal komen we ook veel sluipwespen, lieveheersbeestjes, gaasvliegeieren en andere vijanden van luizen tegen.
Voer, als de temperaturen in de avond boven de 15ÂșC liggen, een toepassing met Pirimor uit.
Controleer na enige dagen of de bespuiting zijn werk heeft gedaan.

Plak.
Door de luizen is op veel bedrijven ook wat plak ontstaan.
Dit is nog niet erg.
Indien nodig kan het, door met een paar duizend liter water per hectare te spuiten, met een uitvloeier toegevoegd, worden verminderd.

Dopluizen.
De afgelopen weken zijn de larven van de dopluizen sterk gegroeid.
Ook de productie van honingdauw nam daarmee toe.
Vanaf nu mindert dat weer en gaat de dopluis een hard schild krijgen.
Door de wind en de schrale omstandigheden is het de vraag of de sluipwespen in de afgelopen periode de eieren hebben kunnen afzetten.
Gezien de weerontwikkeling verwacht ik dat de jonge larven, die de problemen met de roetdauw vlak voor de oogst veroorzaken, dit jaar eerder zullen komen dan vorig jaar.
Opletten dus eind juni.

Bramen.
De scheuten van bramen, ook bij weinig nieuwe, niet toppen.
Bij een teveel aan scheuten de overtollige wegnemen.
De onderkant van de oude scheuten dienen nu opgeschoond te zijn.
Bij slecht groeiende dragende takken via bladvoeding verbetering in de situatie proberen te brengen.
Vaak groeit namelijk de nieuwe eenjarige grondscheut wel goed.
De bramen ook via fertigatie stimuleren om een goede uitgangssituatie voor de bloei te krijgen.
Voor de bloei de galmijt aanpakken met Vertimec.
Bij Chester hier veel aandacht aan geven.
De Loch Ness dient voor de bloei overkapt te zijn.
De bloei van zowel de Chester als de Loch Ness is vroeg.
Dit betekent een lange oogstperiode.

Framboos.
Ook bij frambozen is de bloei vroeg.
Nieuwe grondscheuten verwijderen met het oog op de schorsgalmug.
Het opschonen van het onderste deel van de vruchttak dient al gebeurd te zijn.
Door een oppervlakkig wortelstelsel dient er speciale aandacht te zijn voor de vochtvoorziening bij frambozen.
Te nat is niet goed vanwege Phytophthora, te droog remt de uitgroei van de vruchtstengels, waardoor de extra zijogen niet uitlopen en daarmee daalt direct de productie.

Onkruiden.
Nu ontstaan veel onkruiden.
Bij bramen en frambozen is het zaak daarbij voorzichtig te werk te gaan.
Voor breedbladig wortelonkruid kan men het best eerst langs de rij maaien, vervolgens even wachten tot de hergroei begint en dan pleksgewijs met een MCPA zeer voorzichtig spuiten zonder het gewas te raken.
Daarna de strook spuiten met Basta, waarbij enige afstand tot de planten van braam en framboos nodig is.
Met Basta bij voorkeur geen groene delen raken. 
Nabij de planten van braam en framboos is handmatig verwijderen het beste.

Rubus stunt of heksebezemziekte.
In veel percelen Loch Ness komt soms een afwijkende plant voor.
Verwijder de plant met wortel en al van uw bedrijf.
Cicaden verspreiden de ziekte.
Hieronder enige foto's van de typische bloemen van planten die de ziekte hebben. Kenmerkend is verder het ontstaan van zeer veel zeer zwakke grondscheuten.